Zondag 10 maart waren we uitgenodigd om deel te nemen aan een culturele historische optocht in het Noord Franse Hazebrouck. Een gezellig dagje uit met zijn allen. Om tien uur ’s ochtends verzamelen op de parking bij de Lidl om daarna met de bus af te reizen richting het zuiden. Het was een koude ochtend en de bus kwam een Oirschots Kwartierke te laat. De chauffeur verontschuldigde zich voor het te laat aanwezig zijn. Hij stond in een ander dorp en kon daar geen Lidl gevonden krijgen. De grote vraag is wat er gebeurd zou zijn, als hij deze daar wel gevonden had.
De achterbank werd door de familie Schellekens in beslag genomen, Piet en zijn zonen Leo en Hein. Iets later dan gepland vertrokken we richting Frankrijk. Bij het opdraaien van de snelweg gaf de chauffeur al aan dat hij onderweg een stop moest maken om uit te rusten. Anders zou hij teveel tijd achtereen aan het stuur zitten. Al snel werd duidelijk waarom de Schellekens achterin de bus waren gaan zitten. Piet had een fles Jägermeister en bijbehorende borrelglaasjes in zijn handbagage meegesmokkeld. Die fles moest natuurlijk soldaat gemaakt worden. De hoofdman kreeg dit in de gaten en stoof direct richting de achterzijde van de bus om een glaasje mee achterover te slaan.
Na een klein uurtje rijden werd er een pitstop gemaakt bij een wegrestaurant. Hier zou de chauffeur zijn rust moment nemen. Enkele gildebroeders gingen het restaurant in. Daar werden we al gauw doorverwezen richting de brasserie waar twee hangtafels en een lounge bank gearresteerd werden. We hadden goed zicht op de receptie met daarachter twee appetijtelijke jongedames aan het werk. De serveerster voorzag ons van het gerstenat en de hoofdman van een Trappistje. Daar zaten we goed. De Vlaamse chauffeur had in zijn rustperiode de koelkast gevuld met pintjes voor op de terug weg.
Bij aankomst in Hazebrouck was het even zoeken waar we het beste konden stoppen. Uiteindelijk werd er gestopt voor een basisschool. Iedereen moest omkleden en Frank en Babette kwamen erachter dat ze hun jas waren vergeten. Wat een stunt! Al gauw werd Frank gebombardeerd tot bordjesdrager. Connie leende haar jas uit aan Babette. Babette en Mark konden dan tijdens de optocht bazuin blazen. Probleem opgelost.
In het schooltje werd gratis koffie uit een grote ketel geserveerd. De koffie was lauw en niet echt lekker. Buiten was het niet warm, dus dit was toch wel een welkome consumptie. Daarna konden we gaan opstellen. Buiten kwamen we een aantal heren met een oude fietsen tegen. Uit de dames hoek kwam al gauw de opmerking “Op een ouwe fiets moette het leren”. De man bood daarop meteen zijn diensten aan, want het bleek ook een Nederlander te zijn.
We moesten nog even wachten voordat de stoet vertrok. Opvallend was dat er tientallen paarden meereden. Ridders op paarden, praalwagens die door paarden werden voortgetrokken en diverse koets voertuigen. Piet Schellekens probeerde een zitplaats in een koets te regelen. Helaas zonder succes. Misschien was de taalbarrière het probleem? Hopelijk schiet de Jägermeister niet naar de knieën tijdens de optocht.
De stoet trok voort door de straten van Hazebrouck. We zaten achter een vendel groep uit Lille. Achter ons een muziek kapel. Het verschil tussen armoede en welvaart was duidelijk te zien aan de huizen. Niet aan de mensen. Deze stonden enthousiast te klappen langs de kant. Ook moesten de meesten hard lachen om de acties van de Nar. Niet iedereen liet het toe om de schoenen te laten poetsen. Dit resulteerde in een kat-en-muis spel tussen de Nar en het publiek wat voor komische situaties zorgde.
Tegen het einde van de optocht moest er voor de jury een optreden gegeven worden. Dit zorgde voor een opstopping. Warm gelopen deelnemers koelden af en stonden kou te lijden. Na twintig minuten mochten wij acte de presence geven. De spieren van de vendelier zaten vastgevroren, dus werd er gekozen om de tamboers en bazuinblazers een mars te laten spelen. Ondertussen haalt de nar nog enkele euro’s op door de schoenen te poetsen van de mensen op de jury wagen. Na afloop een daverend applaus!
De bus stond vlak om het hoekje geparkeerd. De motor draaide stationair en de verwarming brand op volle kracht. De meeste gildebroeders hadden hun plek snel gevonden in de warme bus. Met de chauffeur werd afgesproken om onderweg te stoppen bij een restaurant. De chauffeur zette koers richting Holland. Ondertussen werd er een krat Jupiler geconfisqueerd. Een welverdiende beloning!
Na een uur rijden kwamen we aan in het Vlaamse land. De bus werd geparkeerd bij een wegrestaurant. Er was volop keus. Wel moest er diep voor in buidel getast worden. Er was vooraf niet gerekend op een bus vol gildebroeders –en zusters. Dat zorgde voor een opstopping bij het bestel loket en kassa. Sommige hadden hun kop soep al bijna op voordat deze afgerekend was. Nadat iedereen zijn avondeten genuttigd had, kon de bus weer richting Oirschot. Rond de klok van 10 uur waren we thuis. De klok rond. Het uitstapje naar Frankrijk was weer zeer geslaagd.